AAFJE BOUBER(Amsterdam 25-4-1923) Ballot totaalgroep. Aafje achter Toon De jongste dochter van Aaf en Herman Bouber. Zij speelde na en tijdens haar zangstudie incidenteel bij het gezelschap van haar vader, deed wat televisie en werkte mee in drie programma’s van Toon Hermans: Hartendwaas, Ballot en Zaza. Zij besloot in 1955 niet meer in het theater op te treden en alleen nog incidenteel mee te werken aan televisieprogramma’s. Na De harp (KRO 1952-53) trad zij nog op in Al de dagenDe geest van Kerstmis (NCRV 1958-59) en Reiziger zonder bagage (AVRO 1960-61).
Ballot. Tineke van Leer (links), Aafje (midden), Vera Harbrink (rechts), Leo van Royen (zittend) Aafje Bouber is mijn heerlijke dolle tante Aafje. Koffie, een cakeje, chocolaatjes en lachen. Altijd lachen. Om van alles, zichzelf en nog wat. En zich boos maken. Om de toenemende hoogbouw in het uitzicht van de flat. De parkeer-tarieven. Om de onbeleefdheid op straat en in het verkeer. Om de politiek. Om van alles, zichzelf en nog wat.
Altijd aan het woord en altijd levendig. De tegenpool van oom Leo, haar altijd rustige man, die glimlachend toekijkt, meeleeft, aanhoort en af en toe aanvult.
Mijn tante Aafje was een groot, maar tragisch dubbeltalent. Want door haar onuitwisbare komische uitstraling kreeg zij ondanks haar prachtige geschoolde stem geen schijn van kans om een klassieke zangcarrière op te bouwen. Omdat de zaal al begon te gniffelen als ze opkwam. Toen ze met een serieus lied kwam auditeren bij Toon Hermans, rolde die van zijn stoel van het lachen. Ze was dus aangenomen en bleef drie programma’s lang bij zijn toen nog grote gezelschap met o.a. Tineke van Leer en Beppie Nooij. Het waren dé jaren in de ontwikkeling van Toon Hermans met Hartendwaas in 1952, Ballot in ‘53 en Zaza in ‘55.
Hartendwaas. Toon met Aafje als Londense Bobby Toen had ze ’t wel gezien. De kinnesinne, onderlinge haat en nijd, de kleedkamerruzies. En Toon had soloplannen. Wat zou ze nog. Ze had het goed samen met Leo en haar droom om een groot klassiek zangeres te worden had ze intussen opgegeven. “Ja, ik had de lach aan m’n kont hangen, jongen”, zegt ze met enigszins droef. “En dan kan je zingen wat je wilt, maar je komt nooit in het Concertgebouw”. Dat unieke komische talent, waar anderen de hemel voor afsmeken, maakte haar eigenlijke ambitie onhaalbaar.
Ze koos voor een ander leven en legde zich toe op het maken van wandkleden en fotografie (Aafje’s gallerie). Alles met dezelfde intensiteit, talent en passie als bij de zangstudie. En ze vergezelde voortaan oom Leo op zijn zaken-reizen. Sinds zijn pensionering overwinteren zij elk jaar in Spanje, waar ze in de ban raakte van het land, de architectuur, de dans en de flamenco-muziek.
Dus besloot mijn tante Aafje op haar zeventigste (!) om castagnetten te gaan leren spelen. Dagelijks fanatiek urenlang oefenen, kramp, blaren. En tenslotte gaf ze in de huiskamer stralend recitals voor je, alsof het Carré was. Wél nog altijd met de klassieke touch, natuurlijk. Niemand heeft bij mijn weten ooit eerder Johan Sebastian Bach begeleid met castagnetten. Uniek, gepassioneerd, onnavolgbaar.
Hartendwaas Marva’s. Aafje 3e van rechts Nog in 2006, twee en tachtig jaar oud, nog steeds met een huidje als van een twintigjarige, tufte ze lekker met Leo 3000 kilometer naar Spanje. In de eigen auto vol koffers na zes weken pakken, boodschappen doen en zich druk maken. Met een energie, die haar vaak aanmerkelijk jongere omgeving naar adem doet snakken. Wat een voorrecht om zó jong te kunnen blijven.
Zaza totaalgroep. Aafje middelste rij 1e van links
|